Rapportage Toezichtsplan Arbeidsrelaties
6 maart 2019, 15:29

De staatssecretaris van Financiën heeft gisteren een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de uitgevoerde bedrijfsbezoeken bij opdrachtgevers in het kader van het Toezichtsplan Arbeidsrelaties

Er zijn in totaal 104 opdrachtgevers bezocht. Een hoeveelheid aan branches en sectoren is bezocht door de Belastingdienst. Samengevat zijn de resultaten van deze bedrijfsbezoeken:
• Bij 45 bedrijfsbezoeken gaf opdrachtgever blijk van voldoende kennis en ervaring met de Wet DBA en gaf hij aan de wettelijke bepalingen ook juist toe te passen.
• Bij de overige 59 bedrijfsbezoeken leek sprake te zijn van in meer of in mindere mate onjuist handelen. Hiervan is bij 12 bedrijfsbezoeken geconstateerd dat de opdrachtgever de arbeidsrelatie niet juist heeft gekwalificeerd. En wel op basis van het gevoerde gesprek.

In de gevallen van (vermoedelijk) onjuist handelen gaat het om:
– Aanwijzingen voor aanwezigheid van een gezagsverhouding terwijl volgens de gebruikte overeenkomst geen gezagsverhouding zou zijn.
– Zzp’ers verrichten dezelfde werkzaamheden en op dezelfde wijze als eigen werknemers.
– Er is sprake van kernactiviteiten. De werkzaamheden betreffen een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering, wat een aanwijzing kan zijn voor werken in dienstbetrekking.
– Er is geen vervanging van de zzp’er mogelijk of wenselijk, en er lijkt tevens sprake te zijn van gezag.
– Zzp’er heeft geen mogelijkheid om zelfstandig zijn werk in te delen.
– Duur van arbeidsrelatie is dermate lang dat het werk van de zzp’er lijkt te zijn ingebed in de organisatie.
– Er lijkt sprake van een fictieve dienstbetrekking te zijn.
– Er wordt niet conform de modelovereenkomst gewerkt.

Uit de gevoerde gesprekken komt naar voren dat opdrachtgevers de huidige wet- en regelgeving als complex en tijdrovend ervaren. Sommige opdrachtgevers erkennen dat, in een aantal gevallen, de arbeidsrelaties wellicht als dienstbetrekking moet worden gekwalificeerd. De ingehuurde persoon geeft in deze situaties echter aan de werkzaamheden uitsluitend buiten dienstbetrekking te willen vervullen. Dit geldt met name in de sectoren waar toenemende krapte op de arbeidsmarkt bestaat, zoals de ICT, het onderwijs en de zorg.

Pas als de Belastingdienst constateert en ook kan aantonen dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én van kwaadwillendheid, kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen eventueel met een boete opleggen.

Bij het aantonen van kwaadwillendheid bestaat altijd een zware bewijslast voor de Belastingdienst. Dit geldt ook voor situaties na 1 juli 2018.

Deze 104 bezoeken hebben plaatsgevonden naast het reguliere toezicht door de Belastingdienst op de loonheffingen. De Belastingdienst voert jaarlijks ongeveer 5600 reguliere onderzoeken op het terrein van de loonheffingen namelijk uit. Op dit moment vindt vanuit het reguliere toezicht bij acht opdrachtgevers nader onderzoek plaats naar kwaadwillendheid.

Uit de bedrijfsbezoeken trekt de Belastingdienst de conclusie dat bij het merendeel van de opdrachtgevers sprake lijkt te zijn van in meer of mindere mate onjuist handelen.

De resultaten van de bedrijfsbezoeken dienen als input voor de uit te werken toezichts- en handhavingsstrategie die niet leidt tot marktverstoring en een gelijk speelveld creëert. De opdrachtgevers waarbij tijdens de bedrijfsbezoeken het vermoeden is ontstaan dat zij de arbeidsrelatie (mogelijk) niet juist kwalificeren, worden in deze toezichts- en handhavingsstrategie betrokken. Indien bij de opdrachtgever(s) geconstateerde situatie een sectorbrede problematiek betreft, wordt gekeken naar een sectorbrede toezicht- en handhavingsstrategie.

Na invoering van de nieuwe wetgeving geldt maximaal een jaar een terughoudend handhavingsbeleid, waarbij de Belastingdienst onder andere geen boetes na eerste controle oplegt, tenzij sprake is van een kwaadwillende opdrachtgever.

Voor de zomer zal de Kamer nader geïnformeerd worden over de toezichts- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst en de afbouw van het handhavingsmoratorium.

Voor ons commentaar op de brief van staatssecretaris Snel inzake Rapportage Toezichtsplan Arbeidsrelaties zie de website van ZiPconomy.