Kabinet wil in 2020 meer mensen aan het werk helpen en houden
Werk is niet alleen de sleutel tot een inkomen, werk zorgt ervoor dat mensen ook echt mee kunnen doen in de samenleving. Daarom heeft het kabinet komend jaar extra aandacht voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.
Het kabinet wil de verschillen tussen vast en flexwerk en tussen werknemers en zelfstandigen zonder personeel verkleinen, en heeft daarin al belangrijke eerste stappen gezet. Met de Wet arbeidsmarkt in balans, die op 1 januari 2020 ingaat. Daarnaast heeft minister Koolmees de commissie Regulering van Werk, onder leiding van Hans Borstlap, gevraagd na te denken over de regels en wetten van de arbeidsmarkt. Naar verwachting komt de commissie aan het einde van 2019 met haar advies.
Ondertussen zet het kabinet ook stappen om het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen, zoals ook in het IBO Zelfstandigen zonder personeel (2015) is aangegeven. Niet regels en kosten moeten bepalend zijn voor de vorm waarin de arbeid wordt verricht, maar de aard van het werk. Daarom verlaagt het kabinet de zelfstandigenaftrek. Deze gaat met stapjes van € 250 naar beneden, tot een maximale aftrek van € 5000 in 2028. In 2020 betekent dit dat de zelfstandigenaftrek maximaal € 7030 wordt. Zelfstandigen worden hiervoor volledig gecompenseerd in 2020, 2021 en 2022. Het kabinet verhoogt namelijk de arbeidskorting. Mede hierdoor gaan zelfstandigen er komend jaar naar verwachting in doorsnee 2,0% op vooruit. De opbrengst van de verlaging van de zelfstandigenaftrek blijft ook na 2022 gereserveerd voor zelfstandigen. Het kabinet zet in totaal € 600 miljoen opzij. Deze budgettaire reservering kan gebruikt worden voor verdere stappen in het zzp-dossier, bijvoorbeeld in reactie op de commissie-Borstlap.
NB Vorig jaar was al besloten de aftrekbaarheid van de zelfstandigenaftrek vanaf 2020 stapsgewijs af te bouwen tot het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting (37,05%).
In het pensioenakkoord is afgesproken om een verplichte verzekering voor arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen in te voeren. Werknemers zijn via hun arbeidscontract al verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Het kabinet heeft aan de sociale partners gevraagd een voorstel te doen over hoe die verzekering eruit moet komen te zien.
Het kabinet werkt aan twee wetsvoorstellen die op 1 juli 2021 in werking moeten treden. Het eerste betreft de invoering van een minimumtarief van € 16 per uur. Daarnaast wordt een zelfstandigenverklaring ingevoerd: bij een minimumarbeidsbeloning van € 75 per uur heeft deze als gevolg dat de opdrachtgever wordt gevrijwaard van loonheffing en premieheffing en dat de opdrachtnemer afstand doet van het recht op een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen. Ook kunnen door de zelfstandigenverklaring de aanspraken van de werkende op arbeidsrechtelijke bescherming worden beperkt tot een zogenaamd arbeidsrechtelijk ‘basisregime’; ook cao-bepalingen gelden niet.
Tot slot, zoals vorig jaar in het Belastingplan 2019 al was aangekondigd, treedt per 1 januari 2020 de vernieuwde kleine-ondernemingsregeling voor de btw in werking.