Uit het promotieonderzoek van Sjanne Marie van den Groenendaal blijkt dat er verschillende soorten zzp’ers zijn, met verschillende motieven. Hoe ga je daar als intermediair goed mee om? Het belangrijkste is om het gesprek aan te gaan, vertelt Van den Groenendaal.
Startmotieven complexer dan ‘push and pull’
Een doel van het promotieonderzoek van Sjanne Marie van den Groenendaal was om een beter beeld te scheppen van zzp’ers. In een interview met ZiPconomy vertelt ze dat het beeld van zzp’ers in de media vaak niet klopt: “Er zijn twee uitdagingen in de beeldvorming rond zzp’ers: enerzijds worden ze soms niet als een aparte groep gezien en anderzijds worden ze door de media afgetekend alsof ze allemaal hetzelfde willen.”
Ze begon door startmotieven te inventariseren. Wat drijft mensen om zelfstandig ondernemer te worden? Volgens het traditionele push-pull model zijn er factoren die mensen aantrekken tot zelfstandig ondernemerschap en factoren die ze wegdrijven van loondienstbetrekkingen.
Van den Groenendaal vindt het push-pull model te simpel: “Deze manier van denken is heel zwart-wit. In de media is vaak aandacht voor mensen die vanuit noodzaak zzp’er zijn geworden, de zogenaamde pushed-by-necessity. Er wordt vanuit gegaan dat de meerderheid van de startmotieven negatief is. In werkelijkheid zijn er ook startmotieven die niet in te delen zijn in push of pull maar die ertussenin vallen, en zijn er combinaties mogelijk.”
Wat zzp’ers nou echt drijft, is complex. Het innovatieve onderzoek van Sjanne Marie van den Groenendaal kijkt daarom verder dan het push-pull model. Door startmotieven te analyseren, heeft ze zeven types zzp’ers geïdentificeerd.
De zeven types zzp’ers
Bij de typering van zzp’ers zijn er een aantal zaken die opvallen. “Het onderzoek leverde interessante resultaten op,” vertelt Van den Groenendaal, “zo bleek dat de pushed-by-necessity geen meerderheid vormt. Veel vaker hebben zzp’ers positieve startmotieven, bijvoorbeeld als ze meer autonomie willen of meer controle over hun werkuren.”
De zeven types zzp’ers
- Autonomen 30%: Mensen die zelf willen bepalen hoeveel en wanneer ze werken.
- Beroepsmatige zzp’ers 17%: Beroepsuitoefenaren met een vak dat meestal op zzp-basis wordt uitgeoefend.
- Uitdagingzoekers 14%: Types die op zoek zijn geweest naar een uitdaging en altijd al als zelfstandige hebben willen werken.
- Vluchters 13%: Personeel dat niet meer voor een baas wil werken of wegvlucht van een bepaalde werksfeer.
- Familiebedrijf zzp’ers 11%: Zelfstandige ondernemers die een familiebedrijf overnamen.
- Rasondernemers 8%: Ondernemers die altijd al als zelfstandige hebben willen werken.
- Gedwongen zzp’ers 7%: Mensen die vanwege ontslag of gebrek aan een baan als zzp’er zijn begonnen.
Intrinsieke gemotiveerdheid groter dan fiscale prikkels
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er zeven verschillende types zijn, die vaker worden gedreven door intrinsieke motieven dan door fiscale voordelen of dwang. Nederland is nog niet ingericht op de verscheidenheid aan verschillende soorten zzp’ers, vindt Sjanne Marie van den Groenendaal. “Het is voor de overheid het makkelijkst om één beleid te voeren voor zzp’ers, maar een groot deel van de zzp’ers bestaat uit proactieve mensen die heel happy zijn, alles doen om hun situatie tot een goed einde te brengen en de lasten zelf kunnen dragen. Flexibilisering hoeft helemaal niet zo’n groot probleem te zijn. Richt overheidsbeleid op de precaire groepen en laat de proactieve zzp’ers met rust.”
Van den Groenendaal denkt dat het terugdringen van flexibilisering op de lange termijn ongunstige gevolgen zou hebben. “De flexibilisering zal alleen maar meer worden. Bedrijven worden steeds platter. Er zijn geen functies meer, maar talenten die samenwerken. Organisaties willen tijdelijk personeel, maar wel de crème de la crème, die samen wordt gebracht op projectbasis. Je gaat achterlopen als je dat terugdringt.”
Hoe intermediairs kunnen omgaan met de verschillende typen zzp’ers
Er is geen sprake van één behandeling die bij alle verschillende soorten zzp’ers het beste werkt. Dit geldt zowel voor de politiek, als voor opdrachtgevers en zzp-dienstverleners. Van den Groenendaal raadt aan om het gesprek aan te gaan, zodat de zzp’er zelf aan kan geven welke wensen hij of zij heeft. Dan wordt het makkelijker om daarin te faciliteren.
De promovenda vertelt: “Er zijn twee smaken bij opdrachtgevers. Sommigen vinden dat iedereen erbij hoort, anderen vinden dat zzp’ers anders zijn dan vast personeel. Ook bij freelancers zijn er twee smaken. Sommigen vinden het leuk om uitgenodigd te worden voor de kerstborrel en dat soort sociale activiteiten, maar voor anderen is dit niet handig, bijvoorbeeld als ze een herstructurering binnen een bedrijf moeten leiden. De hoofdboodschap uit het onderzoek is: ga het gesprek aan.”