Vijftien jaar hou ik me nu al bezig met de wet- en regelgeving voor zzp’ers. Vijftien jaar lang in dezelfde cirkels draaien. Vijftien jaar lang heen en weer slingeren tussen twee werelden: wetgeving en praktijk. Maar voor het eerst heb ik het gevoel dat het de goede kant op beweegt.
Eind juni was er een stakeholdersbijeenkomst bij het Ministerie van SZW. De toon was anders. Voor het eerst werd daar over zelfstandig ondernemerschap gesproken, zonder de bijzin dat het vaste contract de norm en het hoogste ideaal is. Waar ik in eerdere overleggen het idee had dat het Ministerie van SZW werkenden en werkgevers richting vast contract wilde pushen door het zelfstandig ondernemerschap onaantrekkelijker te maken, was dat nu niet het geval. En die verandering hoor ik ook terug in de Kamerdebatten.
Dat beschouw ik als een stap in de goede richting. Want voor mij is het contract niet meer dan een bundel van wensen en afspraken hoe mensen samen willen werken. Het heeft geen zin om het contract zo belangrijk te maken, want daarmee ga je het echte gesprek uit de weg. En bovendien wetswijzigingen die steun hebben van niemand, of maar een paar procent van de belanghebbenden, kunnen niet effectief zijn. Dan zoeken mensen uitvluchten. Dat zie je dus ook in de markt gebeuren. Opdrachtgevers hebben gewoon te maken met een groep die als zelfstandig ondernemer wil werken. Die groep kun je niet terugdringen in een vast contract, tegen hun zin. Ik merk nu al een toename van BV’s, maatschappen en VOF’s om maar te voorkomen dat er een arbeidsovereenkomst ontstaat.
Voor mij is het contract niet meer dan een bundel van wensen en afspraken hoe mensen samen willen werken.
Het Ministerie vertelde over de plannen om de criteria van inbedding en gezag en de contra-indicatie van ondernemerschap nader uit te werken. Hoe dat precies gaat worden, weten we medio september, als het wetsvoorstel wordt gepubliceerd. Wel is bekend dat ondernemerschap serieus mee gaat wegen bij de beoordeling. Dat biedt hopelijk voldoende ruimte voor de ondernemende zelfstandigen. En daardoor kan er ook ruimte ontstaan voor een echt goed gesprek over zelfstandig ondernemerschap. Balans op de arbeidsmarkt is alles. Dus we zullen met elkaar moeten bespreken of er plekken zijn waar de groei van het aantal zzp’ers ontwrichtend werkt, hoe de sociale zekerheid op niveau blijft, hoe concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen kan worden. Om er maar een paar te noemen.
Dat blijf ik volgen, maar niet meer als voorzitter van I-ZO. Ik ga wat anders doen. De afgelopen 5 jaar heb ik met heel veel plezier gebouwd aan I-ZO. En nu laat ik het los, met trots en op een mooi moment. Het aantal leden groeit, het keurmerk staat in de steigers, I-ZO is geïntegreerd met ABU en de leden zijn actiever en betrokkener dan ooit te voren. Met veel plezier geef ik het stokje door aan Gerlof Roubos.