Rechtbank Amsterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van de maaltijdbezorgers van Deliveroo, aangespannen door de FNV. De kantonrechter oordeelt dat de maaltijdbezorgers in dienstbetrekking staan tot Deliveroo. Dit in tegenstelling tot de uitspraak van Rechtbank Amsterdam van 23 juli 2018 inzake de maaltijdbezorger Sytze.
Deliveroo besloot begin 2018 om alle arbeidscontracten om te zetten in zzp-overeenkomsten. De rechter oordeelt dat er aan de werkzaamheden van de bezorgers feitelijk niets wezenlijks veranderd is. De zzp-overeenkomsten zijn eenzijdig door Deliveroo bepaald. Ook speelt een rol dat de bezorgers te weinig vrijheid hebben, omdat ze door Deliveroo worden ingeroosterd. Consequentie van deze uitspraak is dat de mensen die voor Deliveroo maaltijden bezorgen geen zzp’ers zijn en aanspraak kunnen maken op een arbeidsovereenkomst. Ook de CAO Beroepsgoederenvervoer is op hen van toepassing, zo besliste de rechtbank in een separate gelijktijdige uitspraak.
Deliveroo kondigt direct aan in hoger beroep te gaan. De verwachting bestaat dat uiteindelijk de Hoge Raad zich over de zaak zal gaan buigen.
Uitspraken van de Rechtbank Amsterdam:
7044576 CV EXPL 18-14762
ECLI:NL:RBAMS:2019:210
Standpunt platform zzp-dienstverleners
Vorig jaar oordeelde de kantonrechter dat een maaltijdbezorger van Deliveroo niet in loondienst was. Deze maand oordeelt de rechtbank – in een andere zaak – dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo wel in loondienst zijn. Met dit laatste vonnis kunnen de maaltijdbezorgers van Deliveroo nu een arbeidscontract eisen. Dat betekent dat zij een minimumuurloon kunnen krijgen in plaats van een variabele vergoeding per bestelling. Ook krijgen ze doorbetaald bij ziekte en vakantie en zijn ze sociaal verzekerd. De vraag is wel waarom deze uitspraak nu diametraal anders is dan die van afgelopen juli.
Door de verschillende uitkomsten blijft nog veel onduidelijk over de juridische status van platformmedewerkers in het algemeen en van maaltijdbezorgers van Deliveroo in het bijzonder. Deliveroo heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan. Over enige tijd volgt er dus een oordeel van het Gerechtshof en wie weet ook nog een van de Hoge Raad. Maar dan zijn we wel een paar jaar verder. Kunnen we zolang wachten op (juridische) duidelijkheid? Nee. Het wordt de hoogste tijd dat er nu maatregelen getroffen worden door het kabinet. En niet pas in 2021, zoals minister Koolmees voornemens is. Het verplicht stellen van de arbeidsovereenkomst is de oplossing voor deze groep van werkenden. Zij verdienen namelijk onze oprechte aandacht en onze (rechts)bescherming.